-
1 verwachten
♦voorbeelden:we verwachten onze gast vanavond • nous attendons notre invité ce soirhet verwachte resultaat • le résultat escomptéeen stijging van de prijzen verwachten • s'attendre à une augmentation des prixhet was te verwachten • il fallait s'y attendrelang verwacht • longtemps attendudat had ik van u niet verwacht • je ne m'attendais pas à cela de vousveel van iemand verwachten • espérer beaucoup de qn.dat kunt u niet van ons verwachten • vous ne pouvez pas nous demander celaik verwacht van u geen aanmerkingen • je ne veux pas de commentaires de votre partik verwacht, dat u uw best zult doen • je m'attends à ce que vous fassiez de votre mieux't is stellig te verwachten dat … • tout annonce que …men kan niet te veel van hem verwachten • il ne faut pas lui en demander trop -
2 het was te verwachten
het was te verwachten -
3 think
n. gedachten--------v. denken; nadenken; geloventhink11 gedachte♦voorbeelden:2 have a hard think about • diep/hard nadenken over————————think22 het verwachten ⇒ het vermoeden/in de gaten hebben♦voorbeelden:let me think • wacht eens (even)think for oneself • zelfstandig denken/oordelenthink to oneself • bij zichzelf denkenthink ahead to • (vooruit)denken aanthink aloud • hardop denken, zeggen wat men denktthink back to • terugdenken aanyes, I think so • ja, ik denk/geloof van welI don't think so, I think not • ik denk/geloof van nietthink twice • er (nog eens) goed over nadenkenthink about moving • er ernstig over denken om te verhuizenwhat are they thinking about? • waaraan denken ze?2 I thought as much • dat was te verwachten, ik vermoedde al zo iets〈slang; ironisch〉 you did a nice piece of work, I don't think • dat heb je (werkelijk) fantastisch gedaan (maar niet heus)→ think of think of/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 denken ⇒ vinden, geloven3 overwegen ⇒ (eraan/erover) denken, (half) van plan zijn, willen5 (in)zien ⇒ zich voorstellen, begrijpen6 verwachten ⇒ vermoeden, bedacht zijn op♦voorbeelden:1 think someone pretty • iemand knap/mooi vindenit is not thought proper • het hoort nietthink about/of • vinden/denken van, staan tegenover 〈 verklaring, beslissing, aanbod〉think out for oneself • voor zichzelf beslissen/bepalenshe thought away the whole afternoon • ze heeft de hele middag zitten (na)denkenthink out • overdenken, goed (na)denken overthink over • overdenken, in bedenking/overweging houdenone day to think the matter over • één dag bedenktijdthink through • doordenken, (goed) nadenken overthink up • bedenken, verzinnenand to think (that) • en dan te moeten bedenken datthink what you're doing • bedenk wat je doetI can't think now what her name was • haar naam wil me nu niet te binnen schietenthink nothing of something • iets niets bijzonders vinden, zijn hand voor iets niet omdraaienthink nothing of it • dat is niets/helemaal niet erg; geen dank, graag gedaan -
4 verwachting
1 [het verwachten] anticipation♦voorbeelden:in verwachting zijn • be expecting/an expectant motherin de verwachting dat • on the assumption thatde verwachtingen waren hoog gespannen • expectations ran highhooggespannen verwachtingen • high/sanguine hopeshet overtrof haar stoutste verwachtingen • it surpassed her wildest expectationsniet aan de verwachtingen beantwoorden • fall short of expectationsverwachtingen wekken • arouse (one's) hopesbeneden de verwachtingen blijven • fall short of expectations, disappointaan de verwachting beantwoorden • come up to one's expectations -
5 verwachting
♦voorbeelden:in verwachting zijn • être enceinte2 hoge verwachtingen van iemand hebben • avoir de grands espoirs au sujet de qn.geen enkele verwachting hebben van iets, iemand • ne rien attendre de qc., qn.de verwachtingen overtreffen • dépasser les attentesaan de (gestelde) verwachting beantwoorden • répondre à l'attente (de qn.)buiten verwachting • contre toute attentenaar verwachting • comme prévu -
6 give up
(het) opgeven, geen hoop meer hebbengive up♦voorbeelden:I give up on you • je bent hopeloosII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 opgeven ⇒ afstand doen van; niet langer verwachten; alle hoop opgeven voor 〈 ook medicijnen, geneeskunde〉; 〈 informeel〉 laten zitten3 overgeven ⇒ overleveren, (toe)wijden4 onthullen ⇒ verraden, openbaar maken♦voorbeelden:give up one's seat • zijn zitplaats afstaangive up for dead/lost • als dood/verloren beschouwen 〈 ook figuurlijk〉give up smoking • stoppen met roken3 give oneself up • zich gevangen geven, zich melden -
7 expect
v. verwachten; denken[ ikspekt]1 verwachten ⇒ wachten op, voorzien2 verwachten ⇒ rekenen op, verlangen♦voorbeelden:I did not expect this • ik was hierop niet voorbereidexpect too much of someone • te veel van iemand verlangen3 I expect you're coming too • jij komt zeker ook? -
8 compter
compter [kõtee]2 meetellen ⇒ in tel zijn, belangrijk zijn, gelden♦voorbeelden:à compter de • vanafcompter de tête • uit het hoofd rekenencompter parmi, au nombre de • behoren tot, gerekend worden totcomptez sur moi • reken op mijcompter sur les doigts • op de vingers natellenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 tellen ⇒ optellen, uittellen3 verwachten ⇒ willen, van plan zijn4 berekenen ⇒ uitbetalen, betalen♦voorbeelden:on peut compter ses lettres • men kan zijn brieven op de vingers van een hand tellensans compter que • afgezien daarvan dat3 compter que • verwachten dat, ermee rekenen datv1) rekenen2) meetellen, belangrijk zijn3) (op)tellen4) (mee)rekenen5) verwachten, van plan zijn6) berekenen, betalen -
9 sight
n. gezicht; blik; bezienswaardigheid; vizier; zicht; gezichtsveld; gezichtspunt--------v. in zicht/in het vizier krijgen; waarnemen, ziensight1[ sajt]1 (aan)blik ⇒ (uit)zicht, schouwspel, bezienswaardigheid5 mening♦voorbeelden:I cannot stand/bear the sight of him • ik kan hem niet luchten of zienkeep sight of • in het oog houden〈informeel; ironisch〉 what a sight you look/are! • wat zie je eruit!see the sights • de bezienswaardigheden bezoeken¶ raise/lower one's sights • meer/minder verwachtenyou are a sight for the gods/for sore eyes • je bent door de hemel gezonden2 gezicht ⇒ het zien, het gezien worden♦voorbeelden:2 〈 geldwezen〉 ten days after sight • (betaalbaar) tien dagen na zicht 〈 met betrekking tot wissels〉at the sight of • bij het zien vanat first sight • op het eerste gezichtplay music at sight • van het blad spelenat/on sight • op zichtknow someone by sight • iemand van gezicht kennenshoot on sight • schieten zonder waarschuwinggo out of sight • uit het gezicht verdwijnenkeep someone in sight • iemand in het oog houdenkeep in sight of • binnen het gezichtsveld blijven van〈 spreekwoord〉 out of sight, out of mind • uit het oog, uit het hartwe are (with)in sight of the end • het einde is in zichtout of my sight! • uit mijn ogen!stay/keep out of sight • blijf uit het gezicht¶ 〈Amerikaans-Engels; informeel〉 out of sight! • fantastisch!, te gek!second sight • helderziendheid————————sight2〈 werkwoord〉 -
10 voor
voor1I 〈 het〉♦voorbeelden:II 〈de〉1 [ploegsnede] furrow2 [rimpel] furrow, wrinkle♦voorbeelden:1 voren trekken • make/plough furrows, wrinkle, furrow————————voor2〈 bijwoord〉1 [aan de voorzijde] in (the) front2 [met betrekking tot een volgorde; meer dan] ahead3 [met betrekking tot een gezindheid] for, in favour♦voorbeelden:de auto staat voor • the car is at the doorhij is voor in de dertig • he is in his early thirtiesvoor in het boek • in/near the beginning of the bookvier punten voor • four points aheadzij zijn ons voor geweest • they got (t)here before/ahead of us————————voor3〈 voorzetsel〉1 [niet achter] in front of2 [in tegenwoordigheid van] before, for4 [gedurende] for, during5 [ten aanzien van; om wille van; met betrekking tot] for6 [met betrekking tot een volg/rangorde] before, for ⇒ by9 [met betrekking tot een gelijkstelling] for♦voorbeelden:de dagen die voor ons liggen • the days (that lie) ahead of usvlak voor Leiden gebeurde het • it happened just before Leidenvoor een voorbijganger de hoed afnemen • take off one's hat to a passer-by3 voor zeven uur/zondag/Pasen • before seven (o'clock)/Sunday/Eastertien voor zeven • ten to sevenzij is een goede moeder voor haar kinderen • she is a good mother to her childreniemand voor zijn gedrag prijzen/straffen • praise/punish someone for his behaviourdat is goed genoeg voor hem • that is good enough for himdat is net iets voor hem • 〈 passend〉 that is just the thing for him; 〈 te verwachten〉 that is just like himik doe het voor jou • I'm doing this for youdat is niets voor mij • that is not for mewaar doet hij het voor? • why does he do it?7 er werd voor ƒ100.000,- schade aangericht • Dfl100.000.- worth of damage was doneik zal voor mijn zoon betalen • I'll pay for my sonwat krijgt hij voor zijn moeite? • what does he get for his trouble?de Directeur, voor deze: J. Smit • the Director, per pro/p.p./pp J. Smit8 ik ben voor X • I'm (all) for/in favour of Xhet brood voor zijn gezin verdienen • earn a living for one's family9 wat zijn het voor mensen? • what sort of people are they?wat is dat voor een ding? • what kind of thing is that?10 voor een arbeiderswoning was het huis behoorlijk groot • the house was fairly big as labourer's cottages go————————voor4〈 voegwoord〉1 before♦voorbeelden:voor je het weet, heb je een verkoudheid te pakken • before you know it, you've caught a coldvoor ik het vergeet • before I forget -
11 zien
1 [niet blind zijn] see2 [kijken, er uitzien] look3 [uitzicht geven] look (out)♦voorbeelden:hij ziet scheel van de hoofdpijn • he has a splitting headacheII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [waarnemen, opmerken, overwegen] see2 [als mogelijkheid/uitkomst verwachten, beleven] see3 [proberen] see (to it)♦voorbeelden:iets laten zien • show somethingzich ergens laten zien • show one's face somewherehet mag gezien worden • it will pass inspectiondat moet ik nog zien • I wonder about thathet was niet te zien • it didn't showwaar zie je dat aan? • how can you tell?je moet het zó zien • look at it this wayik zie aan je gezicht dat je liegt • I can tell by the look on your face that you are lyingbij het zien van … • on seeing …hij ziet niet op een tientje • ten guilders makes no difference to himik zie het al voor me • I can just see itik heb hem in geen eeuw gezien • I haven't seen him for agesik zie, ik zie wat jij niet ziet • I spy (with my little eye)zie je, ziet u? • you see?; 〈 informeel〉 see?mij niet gezien • count me out!ik zie mij al • I can quite see myselfik wil het wel eens zien • I'd like to see that (happen(ing))het niet meer zien zitten • have had enough (of it); not be able to see one's way out (of a situation)iets/iemand (niet) zien zitten • 〈iets dat/iemand die men al gezien heeft〉 (not) like the look of something/someone; 〈 anders〉 (not) like the sound of something/someonezo zie je maar weer • there you go again, that's how it is¶ het voor gezien houden • be through (with someone/something)dat zien we dán wel weer • we'll cross that bridge when we come to ithet wel gezien hebben • have seen enough (of it) -
12 bij
bij1〈de〉————————bij21 [bij kennis] conscious2 [gelijk] up-to-date3 [van alles op de hoogte] up-to-date♦voorbeelden:2 de leerling is weer/nog niet bij met de lessen • the pupil has now caught up/is still behind in his lessonsbij zijn met betalen • be up-to-date with paymentsgoed bij zijn in een vak • be well up on a subjectII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:¶ om en bij • more or less, about————————bij3〈 voorzetsel〉1 [in de nabijheid van] near (to) ⇒ close (by/to)2 [met betrekking tot een raken aan/bereiken] at ⇒ to3 [met betrekking tot een niet verder gaan/een niet afwijken] to ⇒ with5 [met betrekking tot een aanwezigheid] at9 [voor, in tegenwoordigheid van] with ⇒ to10 [aan, met] by11 [gedurende, onder] by ⇒ at12 [gelijktijdig met] on ⇒ at13 [in geval van] in case of ⇒ if♦voorbeelden:bij het raam • close to/next to the windowbij het stadhuis • close to/near the town hallik woon hier vlak bij • I live nearby/close bybij zessen • almost six (o'clock)kan jij bij de hoogste plank? • can you reach the top shelf?er(gens) niet bij kunnen • 〈 figuurlijk〉 not understand/get somethingalles blijft bij het oude • everything stays the samehet er niet bij laten • not leave it at thatwe zullen het er maar bij laten • let's leave it at thater niet bij zijn • not be there/presenter(gens) gauw bij zijn • 〈 figuurlijk〉 respond quickly; 〈 met betrekking tot ziekte〉 catch (a disease) in time6 heb je iets bij de koffie? • do you have anything to go with the coffee?een kopje koffie is er tegenwoordig niet meer bij • you don't even get a cup of coffee these daysbij elkaar zijn het er 20 • there are 20 altogetherdat is bij de boeren zo de gewoonte • that is the custom with farmersbij de marine • in the navybij Vondel • in Vondelaltijd bij H. kopen • always shop at H'sgeen lucifers/geld bij zich hebben • have no matches/money on onebij hem kun je van alles verwachten • you can expect anything from himbij zichzelf (denken/zeggen) • (think/say) to oneselfiemand bij name kennen • know someone by namebij het ontbijt • at breakfastbij de derde poging • at the third attemptbij mooi weer • when/if the weather is nicebij een glas wijn iets bespreken • discuss something over a glass of wine13 bij ziekte/een sterfgeval • in case of illness/deathiets bij (de) wet bepalen • establish something by lawbij dezen • hereby16 wat is hij nu bij een dichter als Achterberg? • what is he in comparison to a poet like Achterberg?de kamer is 6 bij 5 • the room is 6 by 5¶ je bent er bij • gotcha! -
13 kind
♦voorbeelden:een kind van zijn tijd zijn • être de son tempseen buitenechtelijk kind • un enfant illégitimeeen echt kind • un enfant légitimenog een groot kind zijn • être un grand enfantdat kan een klein kind • c'est un jeu d'enfanteen ondergeschoven kind • un enfant substituédat kan een kind begrijpen • c'est simple comme bonjourzij is nog zo'n kind • elle est encore si enfanteen kind krijgen • avoir un enfant〈 schertsend〉 ik mag een kind krijgen als het niet waar is • je veux bien être pendu si ce n'est pas la véritéhet kind bij zijn naam noemen • appeler un chat un chateen kind verwachten • attendre un enfanthet kind met het badwater weggooien • jeter le bébé avec l'eau du bainergens (als) kind aan huis zijn • être qp. comme chez soivan kind af aan • dès l'enfancegeen kind aan iemand hebben • ne pas être gêné par qn.als kind • lorsque j'étais enfantzo onschuldig als een (pasgeboren) kind • innocent comme l'enfant qui vient de naître〈 spreekwoord〉 kinderen en dronken mensen zeggen de waarheid • la vérité sort de la bouche des enfantsach kind, schei toch uit! • voyons mon petit, je t'en prie! -
14 bal
I 〈de〉1 [sport] ball2 [tot een ronde bol gevormde massa] ball3 [gulden] ±quid♦voorbeelden:een balletje trappen • kick a ball (about)op de bal spelen, niet op de man • play the ball, not the man〈 spreekwoord〉 wie kaatst, moet de bal verwachten • if you make a jest, you must take a jesteen balletje slaan • hit a ball4 het is zo koud dat je ballen eraf vriezen • it's cold enough to freeze the balls off a brass monkey6 een rechtse bal • a conservative/right-wing snobhet zijn (echte) ballen • they think they're really somethingde ballen van iets begrijpen • not understand a damn thing about somethinggeen bal uitvoeren • not do a (bloody) stroke (of work)geen bal van iets snappen/weten • not understand/know a damn thing about somethinghet kan me geen bal schelen • I couldn't care less〈 informeel〉 de ballen! • cheers!II 〈 het〉♦voorbeelden: -
15 kind
2 [zoon, dochter] child3 [meisje] child, girl4 [figuurlijk] [voortbrengsel] child♦voorbeelden:nog een groot kind zijn • be a big babyeen gezin met kleine kinderen • a young familyeen ongeboren kind • an unborn childeen kind halen • deliver a childeen kind hebben bij/van • have a child bydat kan een kind begrijpen • a(ny) child can see that〈 figuurlijk〉 een kind kan de was doen • that's child's play, it's as simple as ABC〈 schertsend〉 ik mag een kind krijgen als het niet waar is • otherwise I'll eat my hat, … or I'm a Dutchmaneen kind krijgen van iets/iemand 〈figuurlijk; informeel〉 • be fed up with something/someonezij kan geen kinderen meer krijgen • 〈wegens ziekte enz.〉 she can't have any more children; 〈 wegens leeftijd〉 she's past childbearing ageeen kind krijgen • have a babykinderen opvoeden • bring up childreneen kind verwachten • be expecting (a baby)kinderen beneden de zes/van zes en ouder/boven de zes • children under six/of six and over/from six years upeen kind van zes jaar • a child of six, a six-year-old (child)geen kind (meer) zijn • not be a child (any longer)je hebt er geen kind aan • he's no trouble at allblij/gelukkig als een kind • (as) happy as can bemet zijn vrouw en kinderen • with his wife and children/and familygeen kinderen hebben • not have any children, be childlesshebt u kinderen? • do you have a family/children?als (eigen) kind aannemen • adopt as a childergens (als) kind aan huis zijn • be one of the family; 〈met betrekking tot huizen enz.〉 have the run of the place3 het kind trouwde veel te jong • the poor girl/child married far too youngmijn lieve kind, je weet toch wel beter • for goodness' sake, you should know better -
16 wonder
wonder1〈 het〉♦voorbeelden:als door een wonder gered • sauvé par miraclehet is een wonder dat hij het er levend afgebracht heeft • c'est miracle qu'il en ait réchappégeen wonderen verwachten van iemand • ne pas s'attendre à des miracles de la part de qn.een wonder van geleerdheid • un puits de sciencegeen wonder • (ce n'est) pas étonnanthet is geen wonder dat … • il n'est pas étonnant que … 〈+ aanvoegende wijs〉〈 spreekwoord〉 de wonderen zijn de wereld nog niet uit • on ne sait jamais, tout peut arriver————————wonder2♦voorbeelden:2 ik dacht dat hij mij wonder wat te vertellen had • je croyais qu'il avait beaucoup de choses à me dire -
17 hopen
1 [wensen] hope (for)2 [verwachten] hope3 [opstapelen] pile (up)♦voorbeelden:1 dat is niet te hopen • I/let's hope nothet is te hopen • I/let's hope sohet is te hopen dat hij komt • it is to be hoped that he's comingik hoop het voor je • I hope so for your sakeik hoop van wel/van niet • I hope so/notik hoop dat het goed met u gaat • I hope you are wellik hoop wel dat … • I do hope that …men hoopt dat … • it is hoped that …tegen beter weten in (blijven) hopen • hope against hopeik hoop je daar te zien • I hope to see you theredat zou ik hopen • I should hope so1 [van hoop vervuld zijn] hope (for)2 [zijn vertrouwen stellen op] hope (in)♦voorbeelden:1 half hopend op … • half hoping (for) …2 hopen op God • hope in God, trust in God -
18 mens
I 〈de〉2 [meervoud] [personen] people3 [meervoud] [medewerkers] people4 [type] person♦voorbeelden:de grote mensen • grown-upsde inwendige mens versterken • fortify the inner manik ben ook maar een mens • I'm only humandat doet een mens goed • that does you gooddoor mensen gemaakt • man-madegeen mens • not a soulsommige mensen leren het nooit! • some people never learn!we verwachten vanavond mensen • we're expecting people tonightzeg dat niet als er mensen bij zijn! • don't say that when there are people around!onder de mensen komen • get out and about, see peoplehij is een van de mensen die … • he is one of those (people) who …(eenvoudige) mensen als wij • (simple) people/folk like usik ben geen mens om … • I'm not one/a person to …¶ 〈tegen vrienden e.d.〉 de groetjes mensen! • bye, folks!, see you, everybody!alle mensen! • goodness (gracious/me)!II 〈 het〉♦voorbeelden:1 het arme mens is doodziek • the poor thing/creature is awfully illhet is een braaf/best mens • she's a good (old) souleen enig/leuk mens • a marvellous/nice personik kan dat mens niet uitstaan • I can't stand that creature〈 informeel〉 mens, pas toch op • do watch out, won't you! -
19 contemplate
v. beschouwen; (het) afwegen, (het) overwegen[ kontəmpleet]1 nadenken ⇒ peinzen, in gedachten verzonken zijnII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aan/beschouwen ⇒ contempleren, bezien2 nadenken over ⇒ overdenken, zich verdiepen in3 overwegen ⇒ zich bezinnen op, van plan zijn4 rekening houden met ⇒ verwachten, bedacht zijn op♦voorbeelden:3 did you contemplate going abroad? • had je plannen om naar het buitenland te gaan? -
20 waarschijnlijk
♦voorbeelden:het gaat waarschijnlijk regenen • it's probably going to raindat lijkt mij heel waarschijnlijk • that seems quite likely to mewaarschijnlijk wel/niet • probably (not), I suppose so/notze komen zeer waarschijnlijk met de auto • 〈 informeel〉 as like as not they'll come by car; they'll very likely come by carhet is waarschijnlijk dat • the chances are thathet is niet (erg) waarschijnlijk dat hij komt • he is not (very) likely to comemeer dan waarschijnlijk • more than likely
См. также в других словарях:
Teufel — (s. ⇨ Teixel). 1. A mol muess ma m Teuffel uff de Wedel treta. – Birlinger, 1036. 2. All, wat de Düwel nich lesen kann (will), dat sleit he vörbi (oder: sleit he äwer). – Frommann, II, 389, 123; Eichwald, 346; Goldschmidt, 57; Kern, 1430. 3. Als… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Zeit — 1. Ach, du lewe Tît, hadd öck doch gefrît, wär öck rusch e Wiew geworde. – Frischbier, 4158. 2. Abgeredet vor der Zeit, bringt nachher keinen Streit. – Masson, 362. 3. All mit der Tit kumt Jan in t Wamms un Grêt in n Rock. – Lohrengel, I, 27;… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Johanna Naber — Johanna Naber, eigentlicher Name: Johanna Wilhelmina Antoinette Naber (* 25. März 1859 in Haarlem; † 30. Mai 1941 in Den Haag), war eine niederländische Autorin, Feministin und die erste Historikerin[1] der niederländischen Frauenbewegung. Sie… … Deutsch Wikipedia
Reender Kranenborg — (b.1942) was an editor of the magazine Religious Movement in the Netherlands published by the institute of religious studies of the Free University in Amsterdam. [Religieuze Bewegingen in Nederland nr. 22 1991 Published by VU publishing House… … Wikipedia
Jan Fabre — (rechts) im Gespräch mit Jörg Schellmann Jan Fabre (* 14. Dezember 1958 in Antwerpen) ist ein belgischer Maler, Dramatiker, Regisseur und Choreograf. Inhaltsverzeichnis … Deutsch Wikipedia
Bote — 1. Der allerfrömmeste bot ist ein schalck. – Henisch, 470. Lat.: Simiarum pulcherrima deformis est. (Seybold, 561; Sutor, 611.) 2. Der beste Bote, wenn man selber geht. Frz.: Il n est point de meilleur messager que soi même. (Lendroy, 1005.) Holl … Deutsches Sprichwörter-Lexikon